logo

Uitvoer van Python-programma | Set 3

Moeilijkheidsgraad: Gemiddeld Voorspel de uitvoer van de volgende Python-programma's. Programma 1: Python3
class Geeks: def __init__(self id): self.id = id manager = Geeks(100) manager.__dict__['life'] = 49 print (manager.life + len(manager.__dict__)) 
Output:
51 
Uitleg : In het bovenstaande programma maken we een lidvariabele met de naam 'life' door deze rechtstreeks toe te voegen aan het woordenboek van het object 'manager' van de klasse 'Geeks'. Het totale aantal items in het woordenboek is 2, de variabelen 'life' en 'id'. Daarom is de grootte of de lengte van het woordenboek 2 en krijgt de variabele 'leven' de waarde '49' toegewezen. De som van de variabele 'leven' en de grootte van het woordenboek is dus 49 + 2 = 51.   Programma 2: Python3
a = 'GeeksforGeeks ' b = 13 print (a + b) 
Output:
An error is shown. 
Uitleg : Zoals je kunt zien is de variabele 'b' van het type geheel getal en de variabele 'a' van het type string. Omdat Python een sterk getypeerde taal is, kunnen we een geheel getal niet eenvoudigweg aaneenschakelen met een string. We moeten eerst de integer-variabele converteren naar het type string om deze samen te voegen met een stringvariabele. Dus bij het samenvoegen van een integer-variabele aan een stringvariabele is er een uitzondering van het type 'TypeError' opgetreden.   Programma 3: Python3
dictionary = {} dictionary[1] = 1 dictionary['1'] = 2 dictionary[1] += 1 sum = 0 for k in dictionary: sum += dictionary[k] print (sum) 
Output:
4 
Uitleg: In het bovenstaande woordenboek staat sleutel 1 tussen enkele aanhalingstekens en vertegenwoordigt slechts 1 twee verschillende sleutels, aangezien de ene een geheel getal is en de andere een string. De uitvoer van het programma is dus 4.   Programma 4: Python3
dictionary = {1:'1' 2:'2' 3:'3'} del dictionary[1] dictionary[1] = '10' del dictionary[2] print (len(dictionary)) 
Output:
2 
Uitleg : De taak van de functie 'del' is het verwijderen van sleutel-waardeparen uit een woordenboek. Aanvankelijk was de grootte van het gegeven woordenboek 3. Vervolgens wordt het sleutelwaardepaar voor sleutel 1 eerst verwijderd en vervolgens weer toegevoegd met een nieuwe waarde. Vervolgens wordt het sleutelwaardepaar voor sleutel 2 verwijderd. Dus uiteindelijk is de grootte van het woordenboek 2.