Om te begrijpen hoe klassen, variabelen en methoden in Java werken, is het van cruciaal belang om de begrippen statisch en niet-statisch te begrijpen. Niet-statische leden zijn gekoppeld aan specifieke klasse-instanties, terwijl statische leden verbonden zijn met de klasse. In deze sectie zullen we statische en niet-statische Java-componenten met elkaar vergelijken, waarbij we hun verschillen en potentiële toepassingen benadrukken.
Geassocieerd met
Statisch: Statische leden (variabelen en methoden) worden geassocieerd met de klasse zelf in plaats van met individuele instanties.
Niet-statisch: Niet-statische leden zijn specifiek voor elke instantie van een klasse, omdat ze zijn gekoppeld aan objecten die op basis van de klasse zijn gemaakt.
java-arraylijst
Geheugentoewijzing
Statisch: Aan statische leden wordt slechts één keer geheugen toegewezen, op het moment dat de klasse wordt geladen. Ze worden gedeeld door alle instanties van de klasse.
Niet-statisch: Voor niet-statische leden wordt geheugen afzonderlijk toegewezen voor elke instantie van de klasse. Elk object heeft zijn eigen kopie van niet-statische leden.
Toegang
Statisch: Statische leden zijn rechtstreeks toegankelijk via de klassenaam gevolgd door de lidnaam (bijvoorbeeld ClassName.memberName). Ze zijn overal binnen het programma toegankelijk.
Niet-statisch: Niet-statische leden zijn toegankelijk via een objectverwijzing gevolgd door de lidnaam (bijvoorbeeld objectReference.memberName). Ze zijn specifiek voor een bepaald exemplaar van de klasse.
dun algoritme
Initialisatie
Statisch: Statische leden worden geïnitialiseerd wanneer de klasse in het geheugen wordt geladen, meestal tijdens het opstarten van het programma. Initialisatie gebeurt slechts één keer.
Niet-statisch: Niet-statische leden worden geïnitialiseerd wanneer elke instantie van de klasse wordt gemaakt, meestal met behulp van het nieuwe sleutelwoord. Initialisatie vindt voor elk object afzonderlijk plaats.
Domein
Statisch: Statische leden hebben een globaal bereik en zijn overal binnen het programma toegankelijk, zelfs zonder een exemplaar van de klasse te maken.
Niet-statisch: Niet-statische leden hebben een lokaal bereik en zijn alleen toegankelijk via een exemplaar van de klasse. Ze zijn niet toegankelijk zonder een object te maken.
Toegang tot leden
Statisch: Statische leden hebben alleen toegang tot andere statische leden binnen dezelfde klasse. Ze hebben geen directe toegang tot niet-statische leden.
Niet-statisch: Niet-statische leden hebben toegang tot zowel statische als niet-statische leden binnen dezelfde klasse. Ze hebben directe toegang tot alle leden.
Gebruik
Statisch: Statische leden worden vaak gebruikt voor hulpprogrammamethoden, constanten of variabelen die niet specifiek zijn voor individuele instanties. Bijvoorbeeld een Math-klasse die wiskundige functies bevat.
Java-versie Linux
Niet-statisch: Niet-statische leden worden gebruikt voor exemplaarspecifiek gedrag, omdat ze gegevens bevatten die specifiek zijn voor elk object. Bijvoorbeeld instantievariabelen die unieke waarden voor elk object opslaan.
Geheugenefficiëntie
Statisch: Statische leden verbruiken slechts één keer geheugen, ongeacht het aantal gemaakte exemplaren. Ze kunnen geheugenefficiënt zijn wanneer dezelfde gegevens over alle objecten moeten worden gedeeld.