Python OR Operator neemt ten minste twee Booleaanse expressies en retourneert True als een van de expressies True is. Als alle expressies False zijn, wordt False geretourneerd.
Stroomdiagram van Python OR-operator

Waarheidstabel voor Python OR Operator
| Expressie 1 | Uitdrukking 2 | Resultaat |
|---|---|---|
| WAAR | WAAR | WAAR |
| WAAR | Vals | WAAR |
| Vals | WAAR | WAAR |
| Vals | Vals | Vals |
Python OR-operator gebruiken met Booleaanse expressie
De Python OR-operator retourneert True in een van de doorgegeven Booleaanse expressies is True.
Voorbeeld: Of Operator met Booleaanse expressie
Python3
10 procent van de 60
bool1>=> 2>>>3> bool2>=> 2><>3> > print>(>'bool1:'>, bool1)> print>(>'bool2:'>, bool2)> > # or operator> OR>=> bool1>or> bool2> print>(>'OR operator:'>, OR)> |
>
Java8-functies
>Uitvoer
bool1: False bool2: True OR operator: True>
Python OR-operator gebruiken in if
We kunnen de OR-operator gebruiken in de if-instructie. We kunnen het gebruiken in het geval dat we het if-blok willen uitvoeren als een van de voorwaarden if True wordt.
Voorbeeld: Of Operator met if-instructie
Python3
# or operator with if> def> fun(a):> >if> a>>=> 5> or> a <>=> 15>:> >print>(>'a lies between 5 and 15'>)> >else>:> >print>(>'a is either less than 5 or greater than 15'>)> > > # driver code> fun(>10>)> fun(>20>)> fun(>5>)> |
gebruik van besturingssysteem
>
>Uitvoer
a lies between 5 and 15 a lies between 5 and 15 a lies between 5 and 15>
In de bovenstaande uitvoer kunnen we zien dat de code voor de if-instructie altijd wordt uitgevoerd. Dit komt omdat voor elke waarde van a één van de Booleaanse expressies altijd True zal zijn en het else-blok nooit zal worden uitgevoerd.
Python OF-operator – Kortsluiting
De Python Or-operator evalueert de expressie altijd totdat hij True vindt, en zodra hij True vindt, wordt de rest van de expressie niet gecontroleerd. Bekijk het onderstaande voorbeeld voor een beter begrip.
Voorbeeld: kortsluiting in Python OR-operator
Python3
# short circuit in Python or operator> def> true():> >print>(>'Inside True'>)> >return> True> > def> false():> >print>(>'Inside False'>)> >return> False> > case1>=> true()>or> false()> print>(>'Case 1'>)> print>(case1)> print>()> > case2>=> true()>or> true()> print>(>'Case 2'>)> print>(case2)> print>()> > case3>=> false()>or> false()> print>(>'Case 3'>)> print>(case3)> print>()> > case4>=> false()>or> true()> print>(>'Case 4'>)> print>(case4)> |
pawandep rajan
>
>Uitvoer
Inside True Case 1 True Inside True Case 2 True Inside False Inside False Case 3 False Inside False Inside True Case 4 True>
Uit het bovenstaande voorbeeld kunnen we zien dat de kortsluiting of luie evaluatie wordt gevolgd. In case1 en case2 wordt de tweede expressie niet geëvalueerd omdat de eerste expressie True retourneert, terwijl in case3 en case4 de tweede expressie wordt geëvalueerd omdat de eerste expressie niet True retourneert.